De Liefde Die Me Blind Maakte: Het Begin van de Nachtmerrie

Gepubliceerd op 29 oktober 2025 om 00:18

​Het begon met een doodlopende weg: mijn relatie met Rico. We waren twee vreemden geworden in ons eigen huis. Hij had zijn games, ik mijn weekenden stappen, en doordeweeks was er alleen werk. De stilte had de liefde opgegeten. De koek was niet op, hij was al maanden beschimmeld.

​Op die bewuste zaterdagavond – een avond die eigenlijk een 'miskleun' dreigde te worden – zag ik hem. Eén blik. Een afstandelijke, maar intense, blikwisseling die alles veranderde. Ik was direct verkocht. Wat een ongelooflijk knappe man, vond ik toen. 

​Toen hij me aansprak, was ik zo naïef als ik maar kon zijn. Ik hield de façade in stand: "Ik heb een vriend." Dat was mijn laatste, wanhopige poging om trouw te blijven. Het mocht niet baten. Jan kreeg mijn nummer. De appjes stroomden binnen. Hij wilde dat ik die avond met hem meeging, maar zover ging ik niet. Nog niet.

​Twee weken van gestolen aandacht volgden. Jan (27) gaf me iets wat ik thuis miste: ik voelde me als een prinses. Hij leek de ideale schoonzoon, maar achteraf was hij de perfecte ontsnapping. Hij hielp me de deur te wijzen: het moest over zijn met Rico. En zo geschiedde, zoals ik in mijn vorige blog al deelde.

​De Sneltreinvaart

​Terug bij mijn ouders wilde ik "rustig aan doen." Vijf jaar relatie, een koophuis, een hond. Dat veeg je niet zomaar onder het tapijt. Jan leek het te begrijpen, maar onze relatie ging sneller dan een sneltrein.

​Ondertussen werd de verkoop van het huis van Rico en mij een stressbron. Jan kwam met het idee Rico uit te kopen, maar trok zich terug na advies: "Het huis zou snel zijn waarde verliezen." 

​De grootste tegenslag uit die tijd was Timo, onze labrador. Ik fietste langs ons oude huis en zag hem in de gang liggen, midden in de hitte. Rico was de hele dag, en ook die nacht, weg. Met mijn reservesleutel ging ik naar binnen. Het was duidelijk: Timo verdiende een beter, liefdevoller huis. Ik kon hem niet meenemen, maar gelukkig vond Rico's zus uiteindelijk een plekje waar hij nog 13 prachtige jaren heeft gehad. Pas dit jaar kreeg ik het bericht dat hij vredig was ingeslapen.

​Toen volgde de chaos: Rico belde, "jouw poes" was zwanger. Hoe kon dit gebeuren? Ik die altijd zo voorzichtig was, met de kater in huis. Rico zorgde dat de poes kon bevallen, maar zodra de kittens iets ouder waren zeg een 2 weken moesten ze daar weg. Jan reageerde meteen: "Breng ze naar mijn appartement, dan zorg je zelf voor ze." En zo sliep ik, nog officieel bij mijn ouders wonend, steeds vaker bij Jan, verzorgend voor de kittens en de moederpoes. Het huis met Rico bleef een blok aan mijn been.

​De relatie met Jan voelde als een adrenalinekick. Mijn ouders waren dol op hem. Hij beloofde me gouden bergen; hij zou perfect voor me zorgen. Ik wist toen nog niet dat ik in mijn allergrootste nachtmerrie stapte.

​De Rode Vlaggen Wapperden

​De eerste ongemakkelijke momenten stapelden zich op, momenten die ik met de mantel der liefde bedekte.

​Jan was vrachtwagenchauffeur. Als ik met vriendinnen uitging en vroeg of hij nog kwam, zei hij: "Nee, ik moet werken." En dan stond hij ineens achter me op de dansvloer: "Verrassing!" Achteraf was dit pure controle.

​De avond dat ik Jan in zijn auto zag zitten, terwijl hij mij appte "Ik ben gewoon thuis," sloeg ik het van me af. Ik zag hem! Maar hij was zo overtuigend, dat ik aan mijn eigen verstand begon te twijfelen. Ik liet het los. Grote fout.

​De vriendschap met Stef was zijn volgende doelwit. Jan verbood me bijna contact. Hij wist zeker dat vriendschap met een man niet kon. Terwijl ik mijn grenzen trok ("Als ik één ding geleerd heb..."), stemde hij met tegenzin in: "Als jullie echt alleen vrienden zijn." Wat er volgde, was een ziek spel.

​De climax kwam op een avond dat Stef zijn fiets in Jan's hok had gezet. Kimberly en ik stonden met Stef na het stappen buiten te praten. Kimberly fluisterde: "We worden afgeluisterd." Ik keek omhoog: daar stond Jan, stiekem op de trap, om elk woord op te vangen. Toen ik hem confronteerde, brak de hel los. Ik werd buitengezet. Kimberly bood onderdak, Stef wilde me te hulp schieten. Achteraf... dom, dom, dom. De rode vlaggen waren van kilometers afstand zichtbaar. Maar liefde maakt blind. Échte liefde. Maar dit was het niet.

​De Explosie en De Schok

​Het ging verder tijdens de kermis in Jan's dorp. Oude bekenden, die ik nauwelijks sprak, begonnen me met een omweg te waarschuwen: "Als er iets is, zeg het dan, hè?" Ik wuifde het weg. Zij waren toch helemaal gestoord? Zelfs Stef was er, en Jan deed ogenschijnlijk vriendelijk.

​Tot we thuis op de bank zaten, met een vriend van Jan erbij. Ik appte Stef. Jan stond achter me, pakte drinken, en keek mee op mijn telefoon. En toen flipte hij. Ik zag een compleet andere man. De agressie die al in zijn appartement aanwezig was – het gat in de deur, de kapotte tv, waarvan hij zei dat zijn ex het gedaan had – kwam naar boven. De ruzie was gigantisch. De volgende dag ging hij niet mee naar mijn ziekenhuisafspraak.

​Natuurlijk kwamen we weer bij elkaar. Maar Jan maakte duidelijk dat hij Stef niet meer in mijn leven wilde. Ik deed alsof ik het begreep, maar hield stiekem contact. Ik zat klem: ik wilde Stef's vriendschap niet kwijt, maar ik wilde Jan ook niet kwijt.

​En toen, de schok waar ik totaal niet op voorbereid was.

​Mijn menstruatie bleef uit. Ik had al eerder een test gedaan, maar die was negatief. Snel, tijdens het klaarmaken voor werk, deed ik er weer één. Ik legde hem opzij, ervan uitgaand dat het weer niks zou zijn.

​Een paar minuten later wierp ik een schuine blik op de test. Ik schrok. Ik pakte hem vast. Positief.

Shit. Shit. Shit.

​23 jaar oud, net uit een vijfjarige relatie, huis te koop, en een man die ik nauwelijks kende. Mijn eerste reactie: weghalen.

​Jan was verrassend genoeg meteen blij. Was ik dan de enige die geschokt was? Ik moest gaan werken dus nam een collega in vertrouwen. Ik belde de verloskundige. De afspraak stond voor de zevende week. Jan was vastbesloten: "Hoe kun je het weg willen halen?"

​Mijn zus, streng tegen abortus, sprak de wijze woorden: "Zelfs als je 10 jaar bij elkaar bent, kan het stuklopen. Wacht de echo af." Dat deed ik.

​Op de echo, met Kimberly aan mijn zijde (Jan kon er niet bij zijn), zag ik het: 7,5 week zwanger. Een klein wezentje. Het zat in míjn buik. Het idee om het weg te halen, loste op in het niets.

​De Beslissing in Dublin

​We besloten het in Dublin te bespreken. Jan kreeg een klus; ik ging mee als tolk (hij sprak absoluut geen Engels) en als escape. Zonder invloeden van buitenaf zouden we besluiten wat we met de zwangerschap zouden doen. 

​Misschien was met de vrachtwagen en de boot, terwijl ik extreem misselijk was, niet het beste plan. Maar in Dublin hakten we de knoop door: we gingen ervoor. We moesten elkaar nu wel heel snel héél goed leren kennen.

​Maar de stemming sloeg om. We liepen naar de stad. Hij wilde naar een café. Ik wilde niet. "Je kunt toch gewoon een wijntje drinken?" Ik wist niet wat ik hoorde. We kregen ruzie. Hij wilde de kroeg in, ik wilde niet drinken. En toen liep hij weg.

​Ik stond daar, midden in de avond, helemaal alleen in Dublin. Hij had de sleutel. Mijn telefoon was bijna leeg. Ik haalde het hotel. Daar zat Jan al: hij had een taxi genomen. Hij had mij, hoogzwanger, alleen over straat laten lopen, terwijl het stikte van de zwervers.

​De volgende dag deden we alsof er niks gebeurd was. De beslissing stond: we zouden iedereen vertellen dat we zwanger waren als we terug waren, dan zou ik bijna 12 weken zijn. Iedereen was blij, tot mijn verbazing.

​De Waarheid Komt Boven

​De daaropvolgende maanden waren allesbehalve het "genieten" van een zwangerschap. Vage ruzies. Jan kwam bijna nooit mee naar de echo's. En ik ontdekte de waarheid over de gaten in de deur en de kapotte tv: het kwam van hem. Hij sloeg tegen de deur.

​Toen ik hoogzwanger op de bank lag te slapen, werd ik half wakker. Jan rommelde in een keukenla. Hij zag dat ik wakker werd en zei: "Niet kijken! Ik heb een verrassing!" Ik voelde dat er iets niet klopte. Zodra hij onder de douche stond, ging ik kijken.

​Onder de biermatten in de besteklade: een zak met zeker tientallen pillen. Ik legde ze op tafel en wachtte geduldig.

​Zijn gezicht, toen hij naar beneden kwam, sprak boekdelen. "Die moest ik bewaren voor iemand," loog hij. Ik reageerde ijskoud: "Je vindt het vast oké als ik ze nu door de wc spoel, of niet?" Hij stemde in. Hij had weinig keus. Ik heb alles door de wc gespoeld, terwijl hij toekeek.

​Mijn onderbuikgevoelens werden steeds sterker. Vaak controleerde ik zijn broek of portemonnee na het stappen. Regelmatig vond ik een leeg envelopje van coke of een opgerold briefje in zijn beurs. Ook hiermee confronteerde ik hem opnieuw en opnieuw, maar dit deed natuurlijk niets af. 

​Toch ging hij door met het plan om een huis te kopen. Hij huurde, ik zat vast in het huis met Rico. We wilden verhuizen voordat de baby kwam (een meisje!). De stress was enorm: ruzies, dagelijks drugsgebruik (cocaïne en wiet), alcohol, en die knellende controle. Jan leek schijt aan me te krijgen, maar tegen mijn moeder zei ik volmondig JA toen ze vroeg of ik gelukkig was. Vanbinnen ging ik kapot.

​De Laatste Onthullingen

​Toen ik spullen inpakte voor de verhuizing, vond ik ze. Onder de biermatten in de kast: echofoto's met een compleet andere datum. Dit was niet van mij.

​Hij werd woest dat ik "aan zijn spullen zat." De echofoto's bleken van zijn ex te zijn, die ook zwanger was geweest. Waarom bewaarde hij die? Dat is nog steeds een geheim. Ik vond ook identiteitsbewijzen van zijn ex en een vriendin van haar. Vreemd. "Ooit vergeten," zei hij, en hij reageerde niet toen ik vroeg waarom hij ze niet had gebeld.

​Ondanks alles, was het nieuwe huis op tijd klaar, dankzij alle hulp.

​De Geboorte: Een Strijd

​Op zaterdagavond, Jan was nog aan het stappen, trok onze dochter ineens helemaal naar de rechterkant in mijn buik. De volgende ochtend, om 6 uur, was ik wakker. Om 10 uur maakte ik Jan wakker. Ik voelde me niet top.

​Bij mijn ouders, in de middag, moest ik het verbergen: de weeën begonnen. Thuis las ik over oefen- en echte weeën. Om zes uur 's avonds: de douche. Het werd alleen maar erger. Echte weeën.

​Om 8 uur kwam de verloskundige: 2 centimeter ontsluiting. Om 11 uur: nog steeds 2 centimeter. Drie uur afzien voor niks?

​Rond 5 uur 's ochtends was het 3 centimeter. Ze stelde voor de vliezen te breken. "Ja, doe maar!"

​Meteen daarna: "Pak je tas, we moeten naar het ziekenhuis." Onze dochter had in het vruchtwater gepoept.

​Om 7 uur in het ziekenhuis. Ik was uitgeput. "Wil je pijnstilling?" JA, GRAAG!

​Ik moest wachten op de OK. De verloskundige keek nog eens. Ze schrok: 8 centimeter ontsluiting. De weeënstorm was te heftig geweest. De ruggenprik, waar ik zo bang voor was, lukte pas na vier keer prikken vanwege een vergroeiing. Maar ik voelde niets meer.

​Om half 3 's middags begonnen de persweeën. Er stonden vijf mensen om mijn bed, de kinderarts stond klaar. Een half uur persen, maar er gebeurde niks. Haar hartje stopte soms. Ik mocht niet persen, het lastigste wat er is.

​De gynaecoloog zag dat ik op was. "Nog één keer de vacuümpomp, anders wordt het een spoedkeizersnede."

​Gelukkig: met de vacuümpomp kwam ze. Een luide, verlossende huil. Om kwart voor vier was ze er. Onze prachtige dochter. Opluchting, blijdschap en uitputting, allemaal tegelijk.

​Die avond kwam iedereen langs in het ziekenhuis. Jan wist tegelijkertijd ook niet hoe snel hij even het ziekenhuis moest verlaten om "iets"te gaan halen. Waarschijnlijk om te gaan gebruiken maar dat is iets wat ik niet weet. 

​Dit was het begin. Het vervolg, over hoe de nachtmerrie pas écht begon, volgt snel.