💔 De Rollercoaster Begint

Gepubliceerd op 11 november 2025 om 23:23

De eerste date met Barry. Het voelde zo onwennig. Gewoon bij mij thuis, want morgen moest ik weer vroeg op. Geen gedoe.

Toen hij binnenkwam, gaf hij me een handdruk zo stevig dat mijn botten bijna kraakten. De hele avond zaten we als twee standbeelden, elk aan een kant van de bank. Een beetje gekletst, meer niet. Toen vertrok hij. Geen kus. Geen knuffel. Helemaal niets.

Ik deed de deur dicht en voelde de teleurstelling als een steen in mijn maag. "Zo," dacht ik, "dat was het dan. Duidelijk geen interesse."

Tien minuten later trilde mijn telefoon. Een appje van Barry.

"Wat ben ik een sukkel!" Het ging hem dus dwars dat hij me geen kus had gegeven. "Kunnen we dit een keer opnieuw proberen?"

De volgende dag wél. Daar was de eerste kus. En ja, daarna belandden we in bed. De seks was geweldig. Het klikte. Maar na drie keer samen zijn, spookte die ene vraag al door mijn hoofd: 'En de rest? Is er meer dan alleen de fysieke klik?'

 

Toen liet hij terloops vallen dat hij verslaafd was geweest. Mijn hart sloeg een slag over en de alarmbellen gingen direct af.

"Stop," zei ik, en ik keek hem strak aan. "Weet je wat het is, Barry? Ik heb dat gehad. Relaties met mannen met een verslaving. Het werkt niet. En het doet vooral heel veel pijn. Als je nu al denkt dat je mij dat stabiele leven niet kunt bieden, vertrek dan alsjeblieft. Voordat ik echt van je ga houden."

Hij verzekerde me dat het verleden tijd was, dat hij clean was. En zo naïef als ik was, geloofde ik hem. Want iedereen verdient een tweede kans. Je moet niet in iemands verleden blijven hangen. Het was zo leuk, zo intens en intiem.

Ik nam een besluit. Het was tijd om definitief een punt te zetten achter de schaduw van mijn verleden.

 

Jan kwam Tessa ophalen. Dit was het moment.

"Het is klaar!" zei ik meteen toen ik de deur opendeed. Jan lachte. "Haha, wat is klaar?" "Jij en ik. Wij zijn klaar. Je hebt niets meer met mijn leven te maken. Ik heb iemand ontmoet."

Hij pakte Tessa op en liep weg. Ik riep: "Tot morgen, meisje!" Jan draaide zijn hoofd. "Dat zullen we nog wel eens zien," sneerde hij. De koude rilling liep over mijn rug.

De volgende avond bracht Jan Tessa wel terug, maar zijn ogen stonden anders. De lucht hing vol met dreiging. Hij ging vlak voor me staan. "Dus je hebt iemand ontmoet?" "Ja," antwoordde ik, mijn stem stabieler dan ik me vanbinnen voelde. "Oké," zei hij, en hij pakte Tessa weer op.

"Wat denk je te gaan doen?" vroeg ik, de paniek begon op te wellen. "Wij gaan weer," antwoordde hij ijzig.

Hij liep naar buiten met Tessa in zijn armen. Mijn dochter keek me aan en barstte in huilen uit.

"Als je nu gaat," riep ik, "bel ik je ouders!" en ik greep mijn telefoon.

Hij kwam direct terug. Met een doffe klap zette hij Tessa neer. Toen duwde hij me hard tegen de muur, vlak naast mijn dochter. Hij greep me bij mijn keel en zijn blik was leeg.

"Iedereen is beter af als jij er niet meer bent."

"STOP HIERMEE!" kreeg ik er nog net uit.

Hij liet los, liep weg, maar draaide bij de deur weer om. Nog één keer, keihard, schopte hij me tegen mijn scheen. Toen vertrok hij.

Ik pakte Tessa onmiddellijk op. Ik probeerde sterk te zijn, maar ik stond te trillen op mijn benen. Die avond heb ik melding gedaan bij de politie.

Barry was meteen gekomen, mijn steun en toeverlaat in die vreselijke nacht. Deze relatie begon al als een rollercoaster. Veilig Thuis kwam in beeld... maar daarover later meer. Laten we eerst Barry eens onder de loep leggen.

 

Het begon geweldig. Wij twee, Tessa erbij. Vier handen op één buik. Letterlijk. Tessa keek al snel tegen hem op, ze waren onafscheidelijk. Ik dacht: 'Dit is wat ik zocht.'

Toen begonnen de scheurtjes.

Een zaterdagavond stappen met vrienden. Prima, veel plezier. Maar mijn berichtjes werden niet gelezen. De volgende dag nog steeds niet. 's Middags stuurde ik er weer een. Die werd geopend, maar de vorige was nog steeds ongelezen. Later zag ik: hij had het gewiste, ongeopende bericht.

Waarom? Had hij iets te verbergen?

Toen kwam dat vage bericht van die vrouw op Facebook. "Nee, niets aan de hand," wuifde hij weg. Achteraf bleek dat hij die nacht dat hij onbereikbaar was, bij haar was geweest.

De 'even tanken' momenten werden urenlange verdwijningen. Ik wist niet hoe of wat, maar ik had hem al diep in mijn hart zitten.

En toen... bleef mijn menstruatie weer weg. Ik deed een test. Wederom raak. Zwanger.

Zenuwachtig liep ik rond, Barry lag nog te slapen. Na een kwartier besloot ik hem wakker te maken. Ik was doodsbang, maar hij reageerde zo lief. We besloten ervoor te gaan. Ik had na Jan kunnen kiezen voor 'nee', maar mijn dochter had me geleerd: wat er ook gebeurt, mijn kinderen hou ik zielsveel van.

 

De scheurtjes werden breuken. Nachten weg, veel drinken. En uiteindelijk de keiharde waarheid: hij was niet van de drugs af.

Proberen. Proberen. Smeken. Hij moest zijn leven beteren. Het mocht niet baten.

We vonden een nieuw huisje. "Nieuw huisje, nieuw begin," zei hij. "We maken dit samen ons thuis."

Ik kan je vertellen: ik was het vooral alleen. Familie en vrienden zagen de schijn ophouden.

In het nieuwe huis werd het erger. Ik was hoogzwanger en panisch dat ik 's nachts moest bevallen. Dan was hij vaak dronken, en ik had geen rijbewijs.

Dan sloten de momenten dat hij zich opsloot in de badkamer of wc. Als hij gebruikt had, werd hij argwanend. Hij doorzocht alles, op zoek naar de microfoons of camera's die alleen in zijn hoofd bestonden. Resultaat: kapotte spullen, kapotte kleding, een kapot thuis.

Ik was moe. Hoogzwanger. Soms was ik opgelucht als Tessa in het weekend naar Jan ging. Dan kon ik even bijkomen.

 

Op een ochtend schrok ik van een plons in het toilet. Een raar gevoel. Maar de dag ging door. Tessa werd ziek, overgeven, steken in mijn buik.

"Bel je de verloskundige niet even?" vroeg mijn moeder aan de telefoon. "Welnee, ik moet er om half zes toch heen," reageerde ik. Maar ik belde wel Barry. Die kwam toch thuis: ze hadden op zijn werk gehoord dat ik 'steken' had en hem naar huis gestuurd.

In het ziekenhuis zeiden ze: "Ik zie eigenlijk niets aan je."

Ik was een kei in het verbergen van pijn. Uiteindelijk bleek ik vijf centimeter ontsluiting te hebben.

"Haal je tas maar," zei de verloskundige rustig. "Het is echt begonnen."

We gingen naar huis. Ik vroeg Barry de tassen te pakken. Hij ging eerst nog op zijn gemak douchen.

 

Luuk werd geboren. Een snelle, pijnlijke bevalling. Om half tien 's avonds was onze zoon er.

Thuis ging de eerste periode redelijk, maar ik ging al snel weer alles doen. En Barry? Hij ging door waar hij gebleven was: in de kroeg. Aan de drugs. Het werd erger dan ooit.

Op een avond probeerde ik uit bed te gaan. Luuk huilde, Tessa had me nodig, en Barry was al dagen in de kroeg. Ik had geen puf meer voor ruzie. Ik wou naar beneden.

Barry greep me van achteren vast en duwde me hard op bed. "Jij blijft gewoon hier." Elke keer als ik omhoog wou, duwde hij me terug.

Toen greep hij me bij mijn keel.

Dit was de eerste keer dat ik echt bang voor hem was.

 

Luuk huilde dag en nacht. Het consultatiebureau hield het op krampjes. De osteopaat bood geen uitkomst. Ik wist het niet meer, ik was compleet uitgeput.

In mijn wanhoop stuurde ik een foto van Luuk naar de paragnost die ik voor Tessa al eens had geconsulteerd. Een uur later belde ze terug.

"Heb je al eens aan een koemelkallergie gedacht?"

Dat was het. Een schot in de roos. Ik belde meteen het consultatiebureau, kreeg andere voeding en de volgende dag had ik een heel ander kind. Wat een immense opluchting! Eindelijk weer wat rust, een kleine overwinning in deze chaos.

 

De opluchting was van korte duur. Barry had een personeelsfeest. Halverwege de avond kreeg ik een telefoontje.

"Niet boos worden," zei hij, zijn stem vervormd. "Maar de auto ligt op z'n kop."

"Jezus, WÁT?" riep ik. Ik smeet de telefoon neer. Ik kón het niet meer opbrengen. Een baby van twee maanden, een peuter van tweeënhalf, en dan dit.

Toen hij thuiskwam, bleek de schokkende waarheid: hij was dronken achter het stuur gekropen. Een collega had aangeboden hem te brengen, maar hij had geweigerd. Onze splinternieuwe auto: total loss.

 

Niet lang daarna: hij was er weer tussenuit geknepen. Ik zat alleen met Luuk thuis.

De ochtend brak aan en hij was er nog steeds niet. Dit was niet Barry. Hij kwam altijd thuis, hoe laat ook. Ik probeerde hem te bereiken. Telefoon uit.

Uiteindelijk besloot ik zijn ouders in te lichten. Paniek. Zijn ouders en zus kwamen direct naar ons toe. De politie werd ingeschakeld. Iedereen reed rond.

Toen belde de politie: hij had zijn pinpas gebruikt bij een tankstation. We zagen hem rijden.

We reden hem klem. Letterlijk. En stuurden hem naar huis.

Thuis sloot hij zich onmiddellijk op in het toilet. Toen de politie arriveerde – en toevallig kende de vrouwelijke agente Barry – kwam hij eruit na een kort gesprek. Het werd een kleine interventie. Barry beloofde hulp te aanvaarden.

 

Vrij snel kon hij terecht in een kliniek in Nederland. Een maand. Wij konden elk weekend op bezoek. En dat deed ik. Ik bleef trouw, vol hoop.

Maar al snel voelde ik de weerstand. Hij leek zijn hakken in het zand te zetten. Hij vond dat hij nog prima alcohol kon drinken. De ruzies waren heftig. Ik zag mijn hoop vervliegen. Hij kon het niet verdragen.

Na een weekendje weg als gezin ter ere van zijn thuiskomst, zag ik hem weer veel op zijn telefoon. Toch vertrouwde ik hem. Hij appte met een 'jongen uit de kliniek', zei hij. Hoe gek het ook klinkt: mijn vertrouwen was er nog, na alles.

Twee weken later viel hij terug. Op een avond was hij weer onder invloed. Ik pakte zijn telefoon.

 

Het was geen jongen uit de kliniek. Het was een vrouw van vijftig.

De foto's die hij die dagen naar mij stuurde, had hij ook naar haar gestuurd. Hij vertelde haar dat het niet goed ging tussen ons.

Verdomme. Ik was al die tijd bij hem gebleven. Ik had achter hem gestaan, gevochten tegen zijn demonen, alles.

Toen zag ik haar bericht: of hij een keer naar haar kwam. Zijn antwoord: "Ja dat is goed, maar ik kom wel alleen. Het gaat niet zo goed hier thuis."

Ik was woedend. Kapot. Teleurgesteld. Ik voelde me zo in de steek gelaten na alles wat ik voor hem had opgeofferd. Toen was mijn vertrouwen écht weg.

Het ging bergafwaarts. Met ons, met hem. Zelfs mijn familie begon te adviseren: "Ga weg."

Ik kon niet. Ik hield van hem. Ik hield van de man zonder de verslaving. De man met de verslaving was simpelweg een beest.

Mijn zus verbrak het contact. Het moment waarop ze de deur definitief dichttrok, was toen ik met het volgende nieuws kwam...

 

Toen Luuk anderhalf was, kwam ik erachter dat ik weer zwanger was.

Was het gepland? Nee. Ik moest er niet aan denken om dit met zo'n man nog een keer door te maken.

Maar het was zo. Ik kón het niet weghalen. Echt niet.

Toen ik zeven maanden zwanger was, woonden we weer bij mijn ouders. We waren ons huis kwijt. Je zou denken: hier gedraagt hij zich beter. Nee, het was net zo erg.

Snel vonden we een nieuwe woning. Maar ook daar moest nog van alles aan gebeuren. En ook hier stond ik weer alleen, terwijl hij verandering had beloofd.

De eerste nacht dat we in het huis zouden slapen, sliep ik daar alleen. Ik stond in mijn eentje de box voor de baby in elkaar te zetten, omdat het anders niet op tijd klaar was. Ik voelde me zo verlaten. Het meest onbegrijpelijke was: waarom kon hij dit niet voor zijn kinderen?

 

Niet lang nadat we er woonden, werd onze tweede zoon geboren. Vinn. Gezond. Een snelle bevalling.

Ik besloot borstvoeding te geven. Het lukte niet. Een borstoperatie van vroeger zorgde ervoor dat ik nauwelijks melkproductie had. Ik was al onzeker, maar Barry maakte het erger. Hij begreep niet waarom ik het probeerde en liet dit ook merken aan de kraamverzorgster.

Met Vinn’s komst leek alles te verslechteren. Hij hield werk nooit lang vol. Ontslagen.

Toen kwam het 'geweldige' idee: voor zichzelf beginnen. Maar hij kon het niet op zijn eigen naam. Ik wilde dat hij voor zijn gezin zou zorgen. Dus zette ik het bedrijf op mijn naam.

Ik maakte zijn facturen. Maar de uren die hij aan mij doorgaf, kwamen niet overeen met de tijden dat hij weg was.

Het gebruiken van drugs begon steeds vroeger op de dag.